Blog   ·  

Wat is zelfcitatie en wat heeft dit te maken met academische integriteit?

Opkomende trends-reeks

Christine Lee
Christine Lee
Content Manager

Inschrijven

 

 

 

 

Door dit formulier in te vullen, gaat u akkoord met het privacybeleid van Turnitin. Turnitin gebruikt de door u verstrekte informatie om contact met u op te nemen met relevante informatie. U kunt zich op elk moment afmelden voor deze communicatie.

 

Wat is zelfcitatie?

Verwijzingen zijn nodig om zelfplagiaat of duplicatieplagiaat te voorkomen wanneer het gaat om het eigen werk van een onderzoeker. Dergelijke verwijzingen noemt men zelfcitatie. Zelfcitatie is onderdeel van academische integriteit wanneer er verder wordt ingegaan op voorgaand onderzoek of er wordt verwezen naar eerder gepubliceerd werk. Dit zijn gegronde redenen om te zelfciteren, want werk is voornamelijk cumulatief, vooral bij wetenschappelijk onderzoek, en het is belangrijk om te verwijzen naar eerder onderbouwend werk.

Maar wanneer dit voornamelijk wordt gedaan voor de impactfactor, kan zelfcitatie overgaan in zelfpromotie. Dit gedrag is in de onderzoekswereld een groeiend probleem geworden.

Voor veel onderzoekers en wetenschappelijke tijdschriften is de impactfactor een belangrijke maatstaf voor de academische reputatie. Het is een score die wordt gebaseerd op het aantal citaten van een artikel.

Overmatige zelfcitatie met het doel om de impactfactor te verhogen wordt als onethisch beschouwd en valt onder de subgroep citatiemanipulatie. COPE geeft in een onderzoek uit 2019 uitdrukkelijk aan dat "wanneer een van de bovenstaande partijen, redacteuren, bestuursleden, beoordelaars of auteurs citaten toevoegen of aanvragen en de motivatie is puur voor zelfpromotie, dan is dit een schending van de publicatie-ethiek en is dit onethisch. Daarnaast moeten citaten uit het werk van de redacteur niet worden toegevoegd met het idee dat deze de waarschijnlijkheid zullen verhogen dat de publicatie wordt geaccepteerd, ook niet als deze zijn aangevraagd" (2019).

Hoe manifesteert zelfcitatie zich in werken?

De wetenschapsgemeenschap heeft de meest flagrante voorbeelden van overmatige zelfcitatie veroordeeld. Volgens een onderzoek in PLoS Biology deze maand, werd in Nature een voorbeeld gegeven van een computerwetenschapper die "tot 2017 94% van zijn citaten heeft ontvangen van zichzelf of zijn coauteurs." En hij is niet de enige. De gegevenslijst met ongeveer 100.000 onderzoekers toont aan dat ten minste 250 wetenschappers meer dan 50% van hun citaten vergaren via henzelf of hun coauteurs, terwijl het gemiddelde zelfcitatieniveau op 12,7% ligt" (Van Noorden & Chawla, 2019).

Overmatige zelfcitatie, om het eenvoudig te zeggen, is heel eenvoudig te herkennen.

Voor de onderzoeker geldt wellicht een verlangen naar publicatie en een verhoging van de impactfactor, waardoor in de toekomst de kans op publicatie ook wordt vergroot. En het wetenschappelijke tijdschrift wil wellicht de impactfactor van het tijdschrift (journal impact factor - JIF) verhogen, of het kan zijn dat het tijdschrift zeer specifieke onderwerpen kiest (Sanfilippo et al., 2021).

Hoe wordt de academische integriteit beïnvloedt door zelfcitatie?

Het verband tussen zelfcitatie en academische integriteit is expliciet: citaten, en dus ook zelfcitaten, vergroten de academische reputatie van een onderzoeker of tijdschrift door middel van de hoogte van de impactfactor. Dit is een zeer zichtbare indicatie van de reputatie.

Maar overmatige zelfcitatie kan een averechts effect hebben, omdat veel leden in de gemeenschap zich zeer bewust zijn van deze vorm van misbruik, aangezien het aantal citaten ook een zichtbare indicatie is of er sprake is van zelfpromotie.

Het is echter niet altijd duidelijk wat de motivatie is voor deze zelfcitatie. Ook is niet duidelijk welke citaten legitiem zijn en welke enkel zelfpromotie als doel hadden.

Onderzoekers werken aan een definitie voor de grens voor overmatige zelfcitatie. De grens tussen legitiem en overmatige zelfcitatie kan variëren, zelfs volgens academische disciplines. Maar onderzoekers doen nu onderzoek naar de balans tussen het bouwen op voorgaand werk en het erkennen van de invloed van anderen (Szomszor, Pendelbury, & Adams 2020).

Manieren om zelfcitatie te beperken

Er zijn verschillende oplossingen voorgesteld voor onethische en overmatige zelfcitatie. Justin Flatt stelde voor om een zelfcitatie-index te publiceren om de transparantie omtrent dit gedrag te vergroten (2017). Hij ging hier verder op in met onderzoek uit 2020, waarin hij opnieuw aandrong om zelfcitatie te volgen met duidelijke doelen, Hij legde uit: "in plaats van curatie zouden we methodes moeten kiezen die gebruik maken van alle citatiegegevens, maar op een manier die nauwkeurig rekening houdt met factoren zoals zelfcitatie, samenwerking en 'citation farms'. Alleen dan kunnen we het gedrag en de prestaties van auteurs goed beoordelen in verhouding tot de citatiegegevens" (Kacem, Flatt, & Mayr, 2020).

"Maar het idee om de zelfcitatie-aantallen van personen te openbaren, of deze te evalueren op basis van maatstaven die zijn aangepast voor zelfcitatie, is erg omstreden," volgens een artikel in Nature. "COPE voerde argumenten aan tegen het uitsluiten van zelfcitaten uit de maatstaven omdat dit 'geen ruimte overlaat voor een genuanceerd begrip over wanneer zelfcitatie wel wetenschappelijk nodig is'" (Van Noorden & Chawla 2019).

Daartegenover staat dat Zwitserland in mei 2021 de Gedragscode heeft uitgebreid, die nu ook "citation-farming", ook wel overmatige zelfcitatie genoemd, bevat als wetenschappelijk wangedrag waar sancties aan zijn verbonden.

Het vergroten van de bewustwording omtrent zelfcitatie is onderdeel van de oplossing, zoals dat het geval is bij veel zorgen over de academische integriteit. Bewustwording is voornaamste stimulans voor het beperken van wangedrag. En de onderzoekswereld werkt aan beleid en objectieve metingen om overmatige zelfcitatie te beperken en te streven naar academische integriteit.